Zo gaat u slim om met bumperklevers
Bumperklevers. Elke weggebruiker kan ze missen als kiespijn. Maar hoe ga je er slim mee om? En wat moet je vooral niet doen met een bumperklever achter je?
3 keer niet doen bij een bumperklever
- Op de rem trappen
Wie een bumperklever achter zich heeft, is snel geneigd om op de rem te trappen. De kans dat de automobilist achter u hiervan schrikt, is groot. Alleen is de kans op een ongeluk nog veel groter. Niet doen dus. - Harder rijden
Laat u niet opjagen door een bumperklever. U brengt zo uzelf en de automobilisten voor u in gevaar. En de bumperklever drukt waarschijnlijk ook iets harder het gaspedaal in. - Boos worden of in paniek raken
Het is schrikken als u een bumperklever achter u heeft, maar probeer toch rustig te blijven. Als u boos bent of in paniek raakt, is het een stuk lastiger nadenken. Adem een keer diep in en uit en let extra goed op de weg. Met deze mindfulness oefeningen blijft u zelfs in deze situaties Zen in het verkeer.
4 keer wel doen bij een bumperklever
- Naar de rechterrijstrook gaan
Eén van de beste manieren om van een bumperklever af te komen, is door van rijstrook te wisselen. Stel dat u op de snelweg rijdt, stuur dan naar de rechterrijstrook. - Afslaan of een extra rondje over de rotonde rijden
Soms is afslaan of een extra rondje over de rotonde rijden de slimste manier om een bumperklever af te schudden. Dat is die extra reistijd wel waard. Vergeet niet uw richtingaanwijzer te gebruiken. - Een vrachtwagen volgen
Heeft u steeds een auto aan uw bumper kleven? Probeer dan achter een vrachtwagen te gaan rijden. U rijdt dan wel iets langzamer, maar wordt veel vaker ingehaald. De meeste weggebruikers willen namelijk niet achter een vrachtwagen rijden. En geen weggebruikers achter u, betekent ook geen bumperklevers. - Blijf zelf wel genoeg afstand houden
Het is verleidelijk om iets harder te rijden als er een bumperklever achter u rijdt. Het risico is alleen dat u zelf in een bumperklever verandert. Kijk met de 2-seconden-regel of er genoeg ruimte tussen u en de auto voor u zit. Als de auto voor u een vast punt, zoals een verkeersbord of een hectometerpaal, passeert, telt u 2 seconden af. Passeert u na 2 seconden hetzelfde punt? Dan houdt u genoeg afstand. Spreek de tekst: ‘eenentwintig’, ‘tweeëntwintig’ uit om het goed te meten.