Glad? Glibber veilig naar uw bestemming

Zelfs als de temperatuur een paar graden boven nul is, kan het al glad worden op de weg. Daar spelen allerlei factoren een rol in. De vochtigheid en het water op de weg bijvoorbeeld, maar ook de wind en hoeveelheid warmte in de grond. Op bruggen en viaducten is het daarom vaak extra glad, omdat er geen warmte uit de bodem komt. De dikte van de ijslaag wordt bepaald door de hoeveelheid vocht in de lucht. Hoe vochtiger, hoe dikker de laag. Vooral ijzel (bevroren regen), is extra gevaarlijk. Als de gevoelstemperatuur boven het vriespunt ligt en het regent, verwacht je minder snel dat het glad is. Zo ontstaan veel ongelukken. Reden genoeg om deze tips op te volgen:

1. Wees op de hoogte van de weersvoorspelling

Het is misschien vanzelfsprekend, maar hou de weersvoorspelling goed in de gaten. Een handig hulpmiddel is de app ‘WeatherPro’, uitgeroepen tot de beste weerapp. Verkrijgbaar voor Android en iOS. Deze app helpt u inschatten wanneer u het beste kunt vertrekken.

2. Hou de strooiwagen in de gaten

Op deze strooikaart van Rijkswaterstaat kunt u precies zien waar de strooiwagens op dit moment zijn. Door in te zoomen, kunt u zien of er de afgelopen 6 uur gestrooid is op uw route.

3. Verdubbel uw reistijd

Als het glad op de weg is, kunt er niet op rekenen dat u snel op uw bestemming bent. Voorkom teleurstelling en verdubbel uw reistijd. Als u toch eerder op uw bestemming bent, is dat alleen maar mooi meegenomen.

4. Hou afstand

Het is extra belangrijk om voldoende afstand te houden als het glad is op de weg. Stel dat de auto voor u plotseling remt, dan heeft u genoeg tijd om te remmen. Hou daarom 3 of 4 seconden afstand tussen u en uw voorganger.

5. Focus op de verte

Voor autorijden en schaatsen geldt hetzelfde: ver vooruit kijken is het veiligste. Het zorgt ervoor dat u makkelijker de goede lijn van de weg blijft volgen.

6. Geef geen gas in de bocht

Door te gassen in de bocht vergroot u de kans op een slippartij. Maak minder vaart in de bocht en geef pas gas als u uit de bocht bent.

7. Rem flink

Bij een noodstop is het antiblokkeersysteem (ABS) de redder in nood. Het zorgt ervoor dat de wielen blijven draaien en u dus kunt blijven sturen. Het antiblokkeersysteem werkt alleen als u de rempedaal hard intrapt, rem dus niet pompend.

8. Zet de auto niet op de handrem

Zet bij het parkeren de auto in de eerste versnelling, in plaats van op de handrem. Anders loopt u het risico dat het kabeltje van de handrem vastvriest.

9. Stop uw handen niet in uw zakken

Als het glad is, is het niet verstandig om met uw handen in uw zakken te lopen. Stel dat u uitglijdt, dan kunt u uzelf niet opvangen. Iets om rekening mee te houden als u uit de auto stapt.